Home
Kennis en Economie
Recht en Veiligheid
Europa
Jihad vs McWorld
E-government
   archief december 2005
archief mei 2005
archief april 2005
Nieuwe democratie
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




Thom de Graaf volgt met "Andere Overheid" de bestuurlijke logica
Arjan Widlak Gepost:     woensdag, 2 juni 2004, 14:00
Van:     < Arjan Widlak - Hoofdredacteur Politiek-digitaal >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

Begin dit jaar presenteerde minister Thom de Graaf het actieprogramma 'Andere Overheid' . De titel, Andere Overheid, slaat zowel op een terugtredende overheid als op een overheid die goed presteert als dienstverlener. De aandacht voor ICT, die onder Paars een wat vrijzwevend en explorerend karakter had, maar in het regeerakkoord van Balkenende I geheel was verdwenen, is met deze nota terug. En deze keer moet ICT harde euro's opleveren. Enkele belangrijke elementen ontbreken geheel in het actieprogramma. En welk resultaat mogen we eigenlijk verwachten van dit programma?

Andere overheid, ik had 't moeten lezen, maar wat staat er in?
In het actieprogramma worden vier actielijnen geschetst, het verbeteren van de dienstverlenging van de overheid, het verminderen van de regeldruk, het verbeteren van de eigen organisatie op rijksniveau en het verbeteren van de relaties tussen de centrale overheid en gemeenten en provincies. De overheid wil minder gaan regelen. De terugtredende overheid komt vooral naar voren in de middelste twee hoofdstukken. Er moet meer overgelaten worden aan de samenleving, empowerment zou je kunnen zeggen, en wat de overheid wel blijft regelen moet winnen aan kwaliteit. Het derde hoofdstuk, over het verbeteren van de eigen organisatie, is royaal langer dan de andere hoofdstukken. Daar gaat het blijkbaar om bij de andere overheid. De laatste actielijn is het 'vernieuwen' van de relaties met provincies en gemeenten. Hier zijn wat verschillende zaken onder een kopje genomen. Enerzijds gaat het over het verdelen van geld tussen de overheden. Het rijk gaat minder vaak vaststellen waar andere overheden hun geld aan moeten besteden, maar gaat ook de prestaties meten.  Anderzijds gaat het over ketenregie waarbij verschillende organisaties samenwerken om een probleem op te lossen waar ze allemaal bij betrokken zijn.  Het eerste hoofdstuk is het 'de overheid online' hoofstuk waarin de verbetering van de dienstverlening, door ict-ondersteuning, centraal staat.

Geld
Voor al deze doelstellingen is geen budget beschikbaar. Voor de uitvoering van het actieprogramma is een kleine organisatie opgericht die genoeg geld om de eigen medewerkers te betalen, maar niet om echt veel uit te (laten) voeren. Dit zien we ook bij veel projectorganisaties die onder de ICTU vallen. Kleine projectorganisaties met net iets meer budget dan voor het salaris van de eigen beleidsmedewerkers, maar geen geld voor de uitvoering. Voor het hele programma is 5 miljoen euro dit jaar en minder dan 5 miljoen in de jaren daarna beschikbaar. Over de rest van het geld moet nog gepraat worden. En daar zit de clou. Het geld moet komen van de andere overheden.

Centraal versus decentraal
In het programma zijn ideeën en voorbeelden terug te vinden van initiatieven die vooraf gingen aan dit actieprogramma. Zo wordt de Nationale Authenticatievoorziening omarmd onder de naam 'gezamenlijke authenticatievoorziening' en zien we het voorbeeld uit België terug - burgers hoeven gevens nooit vaker dan één keer aan de overheid op te geven - uit het rapport "Een kwestie van uitvoering". Toch wordt één element duidelijk niet opgepikt uit de documenten die de minister hebben geïnspireerd: op bepaalde vlakken zijn centrale afspraken nodig. Leiderschap zou je het ook kunnen noemen. Veel kan gezamenlijk, maar niet alles, het is niet altijd handig en zeker niet altijd goedkoop.

Over de terreinen waarop centrale sturing nodig zou zijn spreekt het programma echter niet. In die zin blijven de relaties tussen rijk en lagere overheden ongewijzigd: een onderhandelingsrelatie. In het actieprogramma staat dat er voor de burger maar één overheid is. Vraaggestuurd werken is dan ook niet decentraal werken bij de vele taken die feitelijk niet verschillen tussen de verschillende overheden, zoals een rijbewijs aanvragen. Voorzover er verschillen zijn, zijn die verschillen ook duidelijk, zoals een verschil in tarief. Ook de technische logica wijst in die richting. Waarom zouden we willen dat Amsterdam die zaken perfect kan oppakken en een kleine gemeente, met een klein budget niet. De Nederlandse overheid kan daarvoor toch één systeem maken, da's nog goedkoper ook.

Echter de bestuurlijke logica is een andere. Gemeenten snappen maar al te goed dat een 'rijbewijs.nl' al snel leidt tot taakverschaling en kortingen op het budget. Zij hebben een sterke onderhandelingspositie tegenover de coördinerend minister, want het geld moet uit hun ict-budget komen en zij moeten het laten uitvoeren. Bovendien is centraliseren natuurlijk helemaal niet van deze tijd. Het is een een vies woord, waarmee je iedereen tegen je in het harnas jaagt. Gezamenlijk is het maximaal haalbare. Gezamenlijk maken is een nieuw eufemisme voor polderen. Het betekent dat iemand alle betrokken partijen afloopt om ze te winnen voor een gezamenlijke oplossing, met alle bijbehorende compromissen, en dan pas begint aan de uitvoering. Dat kan dus nog wel even duren, die uitvoering.

Regionale samenwerking
Anderzijds is ook wel duidelijk dat de lagere overheden, gemeenten met name, het niet alleen kunnen. De ict-budgetten houden niet over en de eis van 65% van de dienstverlening online in 2007 is stevig. Er is dus wel degelijk een stimulans tot samenwerking. Samenwerking rond het realiseren van elektronische loketten zal er dus zeker wel komen. Geen samenwerking tussen 483 gemeenten, want dat overlegt niet gemakkelijk en het projectbureau elektronische gemeenten (eGem) heeft misschien net voldoende mensen om in hun projectperiode alle gemeenten één keer te bezoeken. Het zullen dus waarschijnlijk regionale verbanden worden van gemeentes van gelijke grootte, want machtsverschillen zijn ongewenst in de bestuurlijke logica.

Open standaarden
Op zich helemaal niet erg, zullen velen misschien vinden. Er is nu aandacht voor open standaarden die de uitwisseling van gegevens mogelijk moet maken en voor digitale duurzaamheid moeten zorgen. In het actieprogramma wordt ook gesproken over het gezamenlijk ontwikkelen van open standaarden. Maar laten we dan even kijken naar de markt. De markt was met 483 gemeenten al niet groot genoeg om meer dan twee marktpartijen in leven te houden - volgens die marktparijen dan. Wat verwachten we dan van een kleinere groep regionale samenwerkingsverbanden? Laten we direct maar bij deze twee partijen de opdracht uitzetten deze standaarden te ontwikkelen. Waarom zouden ze dan eigenlijk open moeten zijn? Scheelt een hoop tijd.

De te verwachten situatie
De situatie die we kunnen verwachten is een zeer, zeer geleidelijke transitie naar centralisatie. Naarmate zaken complexer worden en er slechte ervaringen zijn uit het verleden, zoals bij de gemeentelijke basisadministratie, zal de technische logica het langzaam winnen van de bestuurlijke. Op veel andere terreinen zullen we eerst gelijksoortige ervaringen op moeten doen en zal de bestuurlijke logica voorlopig de meest relevante zijn. We zullen zien dat de grote gemeenten goede dienstverlening zullen realiseren en ook de processen achter de website op orde zullen krijgen. De kleine gemeenten zullen veel moeite te hebben de norm te halen en zeker niet toekomen aan het backoffice tot de leverancier daarmee komt. Het wachten is op de volgende financiële noodkreet van de kleinere gemeenten als dat betaald moet gaan worden.

Het alternatief
Het echte alternatief is natuurlijk om het woord centraal te durven uitspreken. Centraal dergelijke systemen ontwikkelen met standaarden die ook praktisch gezien open zijn en misschien zelfs wel met software die open is. Software die door elk bedrijf, of in elk geval meerdere implementatiepartners,  geleverd kan worden en die geïntegreerd kan worden in verschillende platformen. Het zou gemeenten wat te kiezen geven op de vlakken die er toe doen - het omliggende systeem waarin de verschillende softwarediensten worden geïntegreerd bijvoorbeeld - het zou de markt openbreken, de dienstverlening verbeteren, een meer vraaggerichte benadering mogelijk maken en vooral een hoop kosten besparen. Maar zelfs als de minister die zou willen, dan zou hij er waarschijnlijk de onderhandelingspositie niet voor hebben.