Computerprogramma's zijn niet octrooieerbaar staat in de
Rijksoctrooiwet van 1995 artikel 2 lid 2 sub c. Daar wordt echter op
Europees niveau aan gewerkt. Het Europees Octrooi Bureau, belast met de
uitvoering en beoordeling van de aanvragen, verleent wel degelijk
octrooi op softwarevindingen en verzocht deze praktijk te legaliseren.
Hoe is dat nu eigenlijk ontstaan? Wordt de wet niet uitgevoerd of kan
dat helemaal niet?
De code van softwareprogramma's wordt automatisch beschermd door het
auteursrecht. Daarin wordt de expressie van het werk beschermd. Het
verbiedt deze te kopiëren (plagiaat) of het in de handel te brengen,
maar het beschermt niet de ideeën die aan het werk ten grondslag
liggen. Een programma met eenzelfde functionaliteit maar met een andere
broncode valt buiten het auteursrecht.
De oorzaak
Naarmate software een belangrijker onderdeel van de computer ging
vormen, namen de investeringen in de ontwikkeling van software toe,
werden de toepassingen breder en de commerciële belangen groter.
Bedrijven gingen op zoek naar bescherming voor de werking en
functionaliteit van hun software programma's en probeerden octrooi aan
te vragen bij het EOB. De eerste zaak waar dit ook lukt, is Vicom
(T_0208/84). Het softwareprogramma van Vicom verbetert met wiskundig
algoritme de kwaliteit en snelheid van digitale beeldverwerking.
Waarom kregen zij dit octrooi
Om in Europa in aanmerking te komen voor een octrooi moet er een
bepaalde technische bijdrage, effect of vooruitgang zijn vast te
stellen. Bij conventionele, elektronische apparaten kan daar
bijvoorbeeld onder worden verstaan een snellere verwerking van
gegevens, een economischer gebruik van geheugen, een verbeterde of
handige user interface of een simpelere beeldverwerking. In de
Vicom-zaak wordt de beeldverwerking ook verbeterd, echter niet met
conventionele electronica, maar met software. Omdat het octrooi werd
aangevraagd op de combinatie van computer en software werd het octrooi
toegekend. Maar is er eigenlijk een fundamenteel verschil tussen
fysieke techniek en software?
Geen verschil
De computer heeft, evenals andere elektronische apparaten, elektrische
circuits nodig om de vereiste functies uit te voeren. Aanvankelijk was
een fysieke herschikking van de schakelingen in de circuits nodig om
het apparaat een andere functie (of functies) uit te laten voeren. Deze
herschikking kon sneller en makkelijker uitgevoerd worden met signalen
van buitenaf die een groot aantal elektrische schakelingen aansturen.
Moderne computers zijn nog maar voorzien van één circuit (een central
processing unit, oftwel CPU) dat herhaaldelijk opnieuw geschakeld
(geconfigureerd) kan worden door een computerprogramma. Software maakt
nu de herschikking mogelijk die het apparaat een andere functie uit
laat voeren. Het enige verschil met apparaten die altijd al onder het
octrooirecht vielen, is dat het technische effect, de werking, nu door
software wordt gecontroleerd. Feitelijk is er dus geen verschil tussen
fysieke techniek en software.
Het omslagmoment
Impliciet geconfronteerd met dit feit, en de uitweg die de aanvraag
bood door octrooi aan te vragen op het geheel van computer en software,
besloot het EOB haar richtlijnen op te rekken en het octrooi aan Vicom
te verlenen. Doorslaggevend bij de beoordeling moest voortaan de
technische bijdrage als geheel zijn. Daarbij was vorm ondergeschikt aan
inhoud. Door deze uitspraak kwam software feitelijk onder het
octrooirecht te vallen, of werd daar in ieder geval niet meer van
uitgesloten. Het betekende een uitbreiding van het toepassingsgebied
van het octrooirecht in de praktijk, terwijl het oorspronkelijke
verdrag software nog steeds uitsloot van het octrooirecht.
Hier wel, daar niet
Zo is een groot verschil tussen wet en praktijk ontstaan en is het
onduidelijk of software in Europa nu wel of niet onder het octrooirecht
valt. Dat wordt nog versterkt door het feit dat Europees aangevraagde
octrooien alleen nationaal kunnen worden aangevochten. Dat betekent dat
een nationaal hof kan bepalen of het door het EOB verleende octrooi in
het betreffende land geldig is en kan tot situaties leiden waarin een
octrooi in het ene land wel en in het andere land niet geldig is.
Het nieuwe voorstel
In 2002 komt de Europese Commissie mede daarom met een nieuwe richtlijn
die probeert deze onduidelijkheid op te heffen en de verschillen tussen
landen te harmoniseren. Het legaliseert de praktijk van het EOB en
brengt software onder het octrooirecht. Het voorstel zorgde echter
direct voor veel commotie en een fel debat tussen de voor- en
tegenstanders. Het Europees Parlement schrapt uiteindelijk de omstreden
passage en brengt daarnaast vele amendementen aan. Met deze wijzigingen
stemt ze uiteindelijk voor de richtlijn. De vraag is daarmee hoeveel
duidelijkheid dit nieuwe voorstel nog zal bieden.
Linda Kool is redacteur van Politiek-digitaal.nl