Home
Kennis en Economie
Recht en Veiligheid
   archief februari 2006
archief december 2005
archief november 2005
archief juli 2005
archief juni 2005
archief mei 2005
archief april 2005
archief maart 2005
archief februari 2005
archief januari 2005
2004
archief 2005
Europa
Jihad vs McWorld
E-government
Nieuwe democratie
Columns
Politici
Overzicht thema`s
Verkiezingen
Tools
Het Belgenrapport
Nieuwsbrief
Colofon
Poldi.Net




Koerst Gijs de Vries aan op effectief Europees veiligheidssysteem?
Steven de Jong Gepost:     donderdag, 29 juli 2004, 17:00
Van:     < Steven de Jong >
URL:     < http://www.politiek-digitaal.nl/colofon/redactie >

Het Europees veiligheidsbeleid moet op de schop. Zo besloten de ministers van Binnenlandse Zaken en Justitie na moeizame onderhandelingen eind maart. Ze tekenden een verklaring en de Nederlandse oud-staatssecretaris Gijs de Vries werd aangesteld als Europees terrorismecoördinator. Nu De Vries zijn aanbevelingen heeft gedaan, wordt stilaan duidelijk welke koers Brussel vaart. Geen ramkoers op gesloten inlichtingenculturen, maar constitutionele hervormingen en harmonisatie van wetgeving.

Hoewel in Nederland vaak gepasseerd, staat Gijs de Vries in Europa goed bekend. Hij heeft lang in het Europees Parlement gezeten, alwaar hij het voorzitterschap bekleedde van de 52-koppige liberale fractie. In 2002 volgt hij voormalig D66-leider Van Mierlo op als Nederlands vertegenwoordiger in de Conventie, de denktank die de komst van een Europese grondwet moet voorbereiden. Hij weet daar al snel een belangrijke rol op te eisen in de onderhandelingen. Toen EU-gezant voor het buitenland Javier Solana de kandidaatstelling openzette voor een 'coördinator terreurbestrijding', kwam Gijs de Vries al snel als 'frontrunner' in beeld. Op 25 maart, nog tijdens de EU-top, werd de oud-staatssecretaris van Binnenlandse Zaken benoemd. Nederland klapte in haar handen, want ná Bolkestein (Eurocommissaris), ná Kok (voorzitter werkgroep Lissabon-proces) en het roulerende EU-voorzitterschap had het alweer een hoge post in Brussel bemachtigd.

'Verklaring betreffende de Bestijding van Terrorisme'
Naast de benoeming van Gijs de Vries werd tijdens de Europese Raad van 25 en 26 maart een verklaring aangenomen door de ministers van Justitie en Binnenlandse Zaken. Voluit genaamd de 'Declaration on Combating Terrorism', ofwel de 'Verklaring betreffende de Bestijding van Terrorisme'.

De boodschap van de Verklaring is: "De Unie en haar lidstaten beloven plechtig alles te doen wat binnen haar macht ligt om alle vormen van terrorisme te bestrijden in overeenstemming met de grondbeginselen van de Unie, de bepalingen in het handvest van de Verenigde Naties en de verplichtingen die in 2001 zijn aangegaan met het aannemen van resolutie 1373 van de VN-Veiligheidsraad."

Opvallend is dat de 'Declaration on Combating Terrorism' vooral spreekt van oude, nog niet uitgevoerde, mislukte of tegengehouden maatregelen en besluiten. Het gaat om het Europees Arrestatiebevel, een Europees register van veroordelingen, uitleveren van verdachten, een databank voor forensisch materiaal en het uitwisselen van informatie en inlichtingen tussen de met toezicht en handhaving belaste autoriteiten van de lidstaten.

De verklaring vormt de basis, het werkdocument, voor Gijs de Vries. Aan hem de taak om de dode en omstreden beleidsletters tot leven te brengen.

Gesloten cultuur van geheime diensten
De Vries zou het als coördinator, direct onder Javier Solana, de Hoge Vertegenwoordiger voor het Gemeenschappelijke Buitenlands- en Veiligheidsbeleid (GBVB), niet makkelijk krijgen. Hij is door zijn benoeming verzeild geraakt in een wereld van gesloten deuren, wantrouwen tussen diensten en lidstaten, een diversiteit van culturen en achtergronden, pleidooien voor behoud van soevereiniteit en nationale politieke belangen. In de Verklaring staat de verbetering van inlichtingensamenwerking als belangrijk punt aangestipt om te komen tot een effectief veiligheidssysteem. Echter over betere samenwerking van geheime diensten wordt al tientallen jaren gesproken, het is nog maar de vraag of Gijs de Vries die eilandjescultuur kan doorbreken.

De Vries moet aan vertegenwoordigers van inlichtingendiensten van 25 lidstaten vragen of zij met elkaar aan tafel gaan zitten en de kaarten open en bloot leggen. Daar houden geheime diensten niet van. Het is tegen hun natuur in. Als ze al internationaal samenwerken dan doen ze dat op basis van bilaterale contacten. Kwartetten met z'n tweeën, het uitgangspunt is wederkerigheid. Diensten geven geen snipper aan informatie prijs, als zij daar niet minstens iets even belangrijks voor terugkrijgen. Ergens zijn geheime diensten nog steeds bepaald door de Koude Oorlog. Een sterke neiging tot geheimhouding en denken in staat versus staat.

Overigens zijn landen op politiek en economisch niveau elkaars concurrenten. Het geheimhouden van de informatiepositie en inlichtingenmethoden is in dát opzicht van essentieel belang. “Exclusieve inlichtingen zijn handig om de positie van een land in een coalitie te versterken”, benadrukt onderzoeksjournalist Jelle van Buuren in zijn essay ‘Eigen inlichtingen eerst’ (De Groene Amsterdammer, 2004). Ook hier geldt: kennis is macht. Daarnaast is er de angst voor het uitlekken van inlichtingen. Duitsland, Frankrijk, Spanje en het Verenigd Koninkrijk hebben nu al laten weten dat niet alle lidstaten toegang krijgen tot hun keukengeheimen. Hoe breder informatie wordt verspreid, schrijft Van Buuren, “des te groter de kans dat inlichtingen uiteindelijk bij diensten, organisaties of personen komen waar ze van de oorspronkelijke 'eigenaars' van het inlichtingenproduct nooit terecht hadden mogen komen.” Van Buuren wijst ook op het uitgangspunt van wederkerigheid. Diensten geven geen snipper aan informatie prijs, als zij daar niet minstens iets even belangrijks voor terugkrijgen. Minder gekwalificeerde diensten van lidstaten vissen met hun slechtere informatiepositie achter het net. Geen 'kwartet' voor hen dus.
Een eerdere poging van Europol, het Europese orgaan belast met het ondersteunen van politie- en inlichtingendiensten, om diensten gegevens via een centrale databank uit te laten wisselen is niet voor niets mislukt. Ergens zijn geheime diensten nog steeds bepaald door de Koude Oorlog. Een sterke neiging tot geheimhouding en denken in staat versus staat.

Daar komt bij dat een aantal Europese inlichtingdiensten, waaronder de Nederlandse AIVD en de Britse MI5, een goede en nauwe samenwerking hebben met de Amerikaanse CIA. Die verspelen ze als ze toegeven aan het Europese ideaal van meer en betere samenwerking tussen lidstaten. Amerika heeft gezegd de inlichtingenkraan verder te zullen dichtdraaien als geheime diensten in Europa bij elkaar de deur plat lopen. De recente uitbreiding met tien nieuwe lidstaten heeft die terughoudendheid al versterkt. De verklaring 'Declaration on Combating Terrorism', uitgangspunt voor het actieplan van De Vries, wijdt welgeteld één zin aan samenwerking met de Verenigde Staten: "Building on the solidarity and cooperation enshrined in the 2001 Plan of Action to Combat Terrorism, the European Council will seek to further strengthen cooperation with the US and other partners in countering the threat posed by terrorism." Deze doelstelling staat haaks op eisen die Amerika zelf stelt op het gebied van inlichtingensamenwerking.

Deze wereld van tegenstellingen, geheimhouding en wantrouwen is het werkveld waar Gijs de Vries in opereert. De Vries' eerste klus werd het schrijven van een rapport waarin staat op welke concrete punten de Europese strijd tegen het terrorisme kan worden verbeterd. Dat rapport is tevens een actieplan dat de uitvoering van de in de Verklaring aangekondigde maatregelen op korte termijn mogelijk moet maken.

Verzakende lidstaten
Bij de presentatie van het actieplan tijdens de Europese Raad van 17/18 juni bleek dat sommige lidstaten, ondanks hun handtekening onder de Verklaring, verzuimd hadden de overeengekomen maatregelen te implementeren. De Vries hamerde op het Europees Arrestatiebevel. Wetgeving die al in januari van kracht had moeten zijn in de 15 oude lidstaten en de 10 voormalig kandidaat-landen. Griekenland, Italië, Tsjechië, Estland en Slovenië werden met naam en toenaam genoemd.

Constitutionele hervorming
Ook benoemt het rapport de beperkingen van de huidige 'pijlerstructuur'. De Vries vindt het noodzakelijk dat de verschillende EU-commissies en werkgroepen voor terrorismebestrijding beter worden gecoördineerd. "De huidige structuren zijn gebaseerd op een kunstmatige pijlerstructuur. In Brussel ontbreekt een instantie die de activiteiten van de verschillende commissies coördineert." De pijlerstructuur, waar De Vries op doelt, bestaat uit een drietal systemen waarop de EU rust. In de eerste pijler, de 'gemeenschapspijler', kunnen onder controle van het EU-Hof in Luxemburg supranationale besluiten worden genomen. De tweede is die van het intergouvernementele terrein van veiligheid en buitenlandsbeleid en de derde betreft het terrein van Justitie en Binnenlandse Zaken.

Om de terreurbestrijding beter te coördineren deed De Vries drie alternatieve voorstellen. Als eerste de lancering van een nieuwe 'high-level group' voor terrorisme. Tweede is het samenvoegen van de 'Terrorism Working Group' en de 'Working Party on Terrorism' in een enkel orgaan. Ten slotte geeft hij als mogelijkheid het behouden van de huidige structuur, op voorwaarde dat de COREPER (permanente vertegenwoordigers van de lidstaten in Brussel) de verschillende commissies coördineren op een meer systematische manier.

Volgens het Belgische persbureau Belga zeggen diplomatieke bronnen dat veel lidstaten de voorkeur hebben voor de laatste optie en geen nieuw orgaan willen opzetten. Maar Gijs de Vries stelt in zijn actieplan dat de 'permanente vertegenwoordigers' deze extra belasting niet aankunnen. "Een nieuw, samengevoegd orgaan, is daarom noodzakelijk", meent De Vries.

Dat sluit ook aan bij zijn voorstel ten tijde dat hij nog in de Conventie voor een Europese Grondwet zat. Hij wilde de gehele Unie rechtspersoonlijkheid geven en een einde te maken aan het onderscheid tussen de pijlers, waarin het Verdrag van Maastricht voorzag. Hij ambieerde een EU als onafhankelijk internationaal orgaan, dat naar buiten kan treden als een 'echte staat'.

SitCen gaat letten op dreigingen binnen de EU
Ook moet het Europese 'situation centre' SitCen op de schop. Dit bureau, dat momenteel alleen crisisgebieden buiten de EU analyseert, moet volgens De Vries' baas, Javier Solana, gaan kijken naar dreigingen binnen de Unie. "It's the first step, but very important", aldus Solana. In het actieplan wordt voorgesteld de taken uit te breiden van SitCen. Binnen Sitcen werkt Solana met een eigen taakgroep, de Policy Planning and Early Warning Unit, waarmee hij zich voornamelijk concentreert op de crisis in de Balkan en het Midden-Oosten. SitCen staat in nauw contact met de 'situation centres' van de NAVO, de OESO (Organisatie voor Economische samenwerking en Ontwikkeling) en de Verenigde Naties. Het SitCen heeft in Kroatië en Bosnië een permanente waarnemer, de EU Monitoring Mission (EUMM). Afgezien van de nieuwe focus op dreigingen binnen EU-grenzen, blijft samenwerking met de NAVO een hoge prioriteit hebben volgens het rapport.

Koers van Gijs de Vries
Het is moeilijk te zeggen of we snel wat gaan merken van De Vries' inspanningen. Zijn werkdocument, 'Declaration on Combating Terrorism', richt zich niet zozeer op het direct bestrijden van terrorisme, maar meer op constitutionele hervormingen en harmonisatie van wetgeving. Het gaat meer om de vraag hoe zetten we een Europees veiligheidssysteem op dat überhaupt in staat is tot een strijd tegen het terrorisme. De aanbevelingen uit De Vries rapport zijn hoopgevend, maar de uitvoering kost veel tijd en is ingewikkeld.

Wel is het zo dat sinds zijn aantreden vooruitgang is geboekt in het omzetten van EU-afspraken in nationale wetgeving. Ook zijn er effectievere methoden bedacht om terreurgeld te bevriezen en hebben drie landen het initiatief genomen voor het opzetten van een uniebreed misdaadregister. Dat laatste overigens meer naar aanleiding van de zaak-Fourniret, waarbij een Franse zedendelinquent handig gebruikt maakte van de gebrekkige justitiële uitwisseling van gegevens tussen lidstaten.

Een drastische reorganisatie in het internationale inlichtingenapparaat, of een forse uitbreiding van bevoegdheden van Europol, heeft De Vries niet voorgesteld. Een Europese FBI ziet hij niet voor ogen. Toch wordt de slechte samenwerking tussen geheime diensten steeds weer, na iedere aanslag en ieder onderzoek, als achilleshiel benoemd in de strijd tegen het terrorisme. Zelfs in het overwegend milde rapport van de 9/11-Commission werden de inlichtingendiensten zwaar onder vuur genomen. De Commissie pleit voor een minister van Inlichtingen. Dat terwijl de Verenigde Staten reeds een centraal gecoördineerde FBI en CIA hebben en de Europese Unie nog niets van dit alles heeft. Het is de vraag of De Vries de juiste weg inslaat nu hij geen Europese FBI of CIA nastreeft.

Gijs de Vries vaart dus een andere koers als die van de VS. De tijd zal uitwijzen of die koers leidt tot een effectief en adequate Europees veiligheidssysteem dat aanslagen kan verijdelen en terreurnetwerken de kop in drukt.