De laatste maanden van 2003 kenmerkten zicht door een verhit debat - in
specialistische kring - over de nieuwe Europese richtlijn voor
softwarepatenten. De tegenstanders van de richtlijn, aangevoerd door
onder meer de voorstanders van Open source, ageerden tegen
softwarepatenten in het algemeen met als argument dat ze innovatie
belemmeren en grote bedrijven bevoordelen. Daarbij werd veelvuldig
verwezen naar de situatie in de VS als een voorbeeld van hoe het niet
zou moeten.
Het argument dat we in Europa geen Amerikaanse toestanden moeten
krijgen werpt een aantal vragen op: Is de feitelijke situatie in Europa
zo anders? En als dat al zo is, is het dan werkelijk zo slecht gesteld
in de VS op het gebied van (software) patenten? Kan of moet Europa zich
wel anders opstellen?
De verschillen
Het belangrijkste verschil tussen de situatie in de VS en Europa is dat
in de VS het al jaren officieel mogelijk is om software als zodanig te
patenteren. In Europa kan software alleen theoretisch niet gepatenteerd
worden. De afgelopen jaren zijn er meer dan 20.000 softwarepatenten in
Europa geregistreerd, wat als een belangrijk argument door de
voorstanders aangedragen wordt om te pleiten voor betere regelgeving.
Blijkbaar is er een verschil tussen de wet en de uitvoeringspraktijk.
Waar in de VS een patent ook toegekend kan worden aan een
niet-technische methode, zoals een slimme manier om reclame te maken,
is het in Europa nu alleen mogelijk om iets te patenteren dat technisch
nieuw is.
Maar als je het innovatieve proces feitelijk alleen geautomatiseerd -
dus met een stuk software - kunt uitvoeren, dan blijkt het dus ook in
Europa goed mogelijk om software te patenteren. Hierdoor is ook het
beruchte 'One Click'-patent van Amazon in Europa geregistreerd, waarmee
je met één muisklik een product kunt kopen als je gegevens al bekend
zijn
Vergelijkend onderzoek naar softwarepatenten laat zien dat in de
periode sinds 1987 er in Europa zelfs meer softwarepatenten zijn
geregistreerd dan in de VS. Dit is waarschijnlijk een gevolg van het
feit dat in de VS al sinds 1980 registratie mogelijk is en dit in
Europa pas in de tweede helft van de jaren tachtig toegestaan wordt en
er dus sprake is geweest van een inhaalslag
De Verenigde Staten
Een belangrijke reden voor de VS om eind jaren '70 de patentwetgeving
ingrijpend te wijzigen werd ingegeven door de perceptie dat veel
R&D inspanningen in de VS te makkelijk weglekten naar andere landen
(lees Japan) die er dan de vruchten van zouden plukken. De vraag of dit
gewijzigde beleid geholpen heeft is niet makkelijk te beantwoorden. Wel
is het duidelijk dat zeker op IT gebied de VS op afstand leidend zijn
in de wereld met Microsoft, IBM, HP, Cisco, Oracle en vele anderen. Of
en in hoeverre de positie die deze bedrijven veroverd hebben, tot stand
gekomen is door patenten is moeilijk te bepalen. Onderzoek naar
succesvolle bedrijven komt vaak tot de conclusie dat deze bedrijven
'iets' hebben wat concurrenten niet hebben. In het geval dat 'iets' IT
is, blijkt dat met name het IT management en niet de technische
vaardigheden of de technieken het verschil uit te maken. Er zijn ook
legio voorbeelden van branches waarin sommige bedrijven wel en anderen
geen patenten hebben en net zo of zelfs succesvoller zijn dan de
bedrijven met patenten. De vraag is ook in hoeverre, gegeven de
snelheid waarmee markten en technieken veranderen, patenten veel waarde
houden om een proces of techniek voor 10 jaar te beschermen.
De kritiek van de tegenstanders van de Europese richtlijn richtte zich
ook de 'triviale' patenten. Dit zijn patenten op technieken en
processen die zo triviaal geacht worden dat het niet reëel geacht wordt
om deze te kunnen patenteren. Het 'one click'-patent van Amazon is daar
een voorbeeld van. Door de vele amendementen van het Europees Parlement
op de voorgestelde richtlijn is juist op dat gebied veel toegevoegd om
dit soort praktijken te voorkomen.
Zijn er andere opties?
Kijkend naar de huidige globale markt, lijken patenten een realiteit
waaraan niet te ontkomen is. Ook Europa kan en moet zich daaraan niet
onttrekken. De nieuwe richtlijn formaliseert de al bestaande praktijk
en door de effectieve lobby zijn veel amendementen doorgevoerd die
waarschijnlijk meer bescherming bieden tegen misbruik dan de oude
wetgeving.
Jean Luc van Hulst is directeur van Finalist IT Group. Finalist past in projecten zowel commerciële producten als open source producten toe.