Filesharing speelt een hoofdrol in de daling van film-, games-, software- en muziekverkopen. Maar vanwege de populariteit durft de politiek niet op te komen voor de belangen van de entertainmentindustrie. "Er vallen geen stemmen mee te winnen." Deze kritiek uit Wouter Rutten, hoofd communicatie van de NVPI, in een interview aan Politiek-Digitaal. Wel is hij tevreden over de BIG-campagne. "Jongeren gaan een kopie minder vanzelfsprekend vinden."
Vooral voor de juridische uitzonderingspositie van Nederland kan de NVPI - de branchevereniging voor de entertainmentindustrie - geen begrip opbrengen.
De peer-to-peer-netwerken (P2P) zijn Rutten een doorn in het oog. Programma's als BitTorrent, KaZaA, Limewire of WinMX, die van P2P gebruik maken, stellen internetters namelijk in de gelegenheid om gratis, en grotendeels anoniem, bestanden uit te wisselen met PC's over de gehele wereld. Het gaat dan vooral om films, muziek, sofware en games.
De NVPI vertegenwoordigt - gekeken naar de totale omzet - ongeveer 85% van de platenmaatschappijen, 80% van de videofilmmaatschappijen en 50% van de entertainmentsoftware. De organisatie treedt namens haar leden op tegen inbreuk van auteursrecht, naburige rechten en merkenrechten. Samen met een viertal andere organisaties richtte de NVPI in 1999 de Stichting Bescherming Rechten Entertainmentindustrie (BREIN) op. BREIN coördineert alle activiteiten rondom de bestrijding van piraterij en voert deze uit in opdracht en bij volmacht van aangesloten organisaties.
‘Filesharing speelt hoofdrol in daling muziekverkopen’
Wouter Rutten verdedigt als hoofd communicatie van de NVPI de politieke belangen van de branche en participeert in allerlei organisaties waar over auteursrecht en het imago daarvan gesproken wordt. Volgens hem heeft de muziekindustrie forse schade geleden door de mogelijkheden om op internet gratis muziek te downloaden. “De verkopen van muziek zijn de afgelopen jaren behoorlijk gedaald. Daar zijn meerdere redenen voor, waaronder het illegale gratis aanbod. Een exacte berekening van de schade is moeilijk te geven omdat niet elke download in de plaats komt van een verkoop. Maar we zien wel dat verschillende onafhankelijke onderzoeken aantonen dat filesharing (uitwisselen van bestanden, SdJ) een hoofdrol speelt in de wereldwijde daling van muziekverkopen van 22% tussen 1999 en 2004. Onderzoeken die ook laten zien dat het substituut-effect van illegaal aanbod vele malen groter is dan het promotionele effect.”
Focus op aanbod
De Nederlandse regelgeving voor het downloaden van auteursrechtelijk beschermd werk, richt zich vooral op de legaliteit van het aanbod. Mensen die thuis een boekenplank vol met kopieën van films en muziek hebben, zijn op basis daarvan niet strafbaar. Dit wordt door de wetgever gezien als een ‘thuiskopie’: een kopie die uitsluitend voor eigen oefening, studie of gebruik gemaakt mag worden. De term ‘illegaal downloaden’ is hierop dus niet van toepassing, zelfs niet als er sprake is van downloaden uit illegale bron.
Uitzonderingspositie Nederland
Nederland heeft hierin een uitzonderingspositie, want in meer dan tien andere EU-lidstaten is het downloaden van illegaal aanbod wel verboden. De NVPI zegt hiermee niet gelukkig te zijn en voert al jarenlang, samen met andere organisaties, een lobby voor strafbaarstelling van downloaden uit illegale bron. Toch is dit nog niet gelukt, maar volgens Rutten ligt dit niet aan de lobby. “Ik denk dat de lobby heel goed is geweest, we zijn op alle punten tevreden behalve op dit punt. En dat komt omdat de politiek het punt niet wil erkennen. Er vallen geen stemmen mee te winnen. Filesharing is ongelofelijk populair. Martijn van Dam van de PvdA, maar ook oud-staatssecretaris Medy van der Laan van D66 zeggen doodleuk ‘je lost het maar technisch op’. Met kopieerbeveiligingen dus.”
Definitieprobleem
Technisch gezien leggen P2P-programma’s verbindingen met aanbieders van de gezochte bestanden. Wie begint met downloaden, start bijna tegelijkertijd ook met het uploaden van bestandsfragmenten naar andere downloaders. Op dat moment ben je een peer in het netwerk, en bied je feitelijk zelf illegaal materiaal aan.
Toch schuilt hierin een definitieprobleem. Gebruikers kunnen tegenwerpen dat ze slechts stukjes van bestanden uploaden, en er dus geen sprake is van een overdracht van een compleet product tussen twee personen. Maar volgens Rutten snijdt dit argument geen hout. “Volgens mij is het zo dat je de bestanden in z’n geheel aanbiedt en dat het de downloader is wiens programmatuur naar stukjes identieke bestanden op zoek gaat om in zo’n kort mogelijke tijd het hele bestand binnen te halen. Je blijft dus aanbieder van een auteursrechtelijk beschermd werk, zelfs al zou het een fragment zijn.”
In de visie van de NVPI maken honderdduizenden P2P-gebruikers zich hier dus schuldig aan. Mensen die volgens Rutten in principe “kinderlijk eenvoudig” opgespoord kunnen worden. “Je speurt het web af naar illegaal aanbod, identificeert het IP-adres en vraagt aan de serviceprovider welke abonnee daar bij hoort. Dat werkt over de hele wereld zo.”
BREIN wint van UPC
Toch zijn veroordelingen van individuele P2P’ers nauwelijks aan de orde. Maar er zit schot in de zaak. Op 24 augustus heeft de rechter besloten dat UPC klantgegevens van een abonnee moet verstrekken aan BREIN. Het gaat hier om een abonnee die van het zogeheten 'Dikke Donder netwerk' gebruik heeft gemaakt. Via Dikkedonder.nl zou hij kenbaar gemaakt hebben dat op zijn computer films staan die andere deelnemende P2P-gebruikers mochten downloaden. Het ging hier echter niet om een verzoek om NAW-gegevens behorende bij een IP-adres te achterhalen. Juridisch is dit namelijk niet te herleiden tot een individu. Het betrof hier dan ook een e-mail adres dat BREIN had aangetroffen op een in beslag genomen server van ‘Dikke Donder’.
De rechter gaf aan dat "buiten redelijke twijfel" is vast te stellen dat het e-mail adres toebehoort aan de bewuste UPC-abonnee. Rutten: “Met deze uitspraak lijkt het schaakbord wel even in de kast te kunnen. Maar we zijn er nog niet. Overigens is het zo dat we helemaal niet per se die adressen achter IP-adressen hoeven te hebben. Als de providers op aanwijzingen van BREIN de abonnee op zijn onrechtmatige gedrag willen aanspreken en die abonnee daar vervolgens mee ophoudt, zou de procedure daar al kunnen stoppen.”
‘In Nederland heerst een ander klimaat’
Het liefst zou Rutten zien dat alle P2P-progamma’s verboden worden. Waarom dat nog niet is gebeurd? “Dat moet je aan de wetgever vragen. In Frankrijk is het onlangs wel gebeurd: als je daar filesharingsoftware ontwikkelt die ten doel heeft het uitwisselen van auteursrechtelijk beschermd materiaal mogelijk te maken kan je een flinke boete krijgen van 300.000 euro of drie jaar gevangenisstraf of beiden. In Nederland heerst een ander klimaat. Daar ging de rechter niet mee in het verbieden van Kazaa omdat er volgens de verdediging ook moppen mee werden uitgewisseld. Wij hebben ze niet gevonden.”
‘Jongeren gaan kopie minder vanzelfsprekend vinden’
Naast processen voeren en lobbyen, voert de entertainmentindustrie ook normen- en waardencampagnes, zoals BIG (Ban Illegale Games & Software, SdJ). Deze campagne moet het publiek inzicht verschaffen over de gevolgen van piraterij voor de games- en software industrie. Bijvoorbeeld het gegeven dat het voor ontwikkelaars steeds moeilijker wordt om investeringen in nieuwe producten te doen als artikelen op de markt steeds minder afgenomen worden.
Rutten is overtuigd van het succes van deze campagne. “We zien dat jongeren het maken en krijgen van een kopie van een game minder vanzelfsprekend zijn gaan vinden. Bovendien wordt er over het onderwerp gepraat. En dat is winst. Verder geldt toch wel het motto ‘do they care? Yes, but not about us’ en zijn we vooral op zoek naar argumenten die het voordeel van het origineel onderstrepen.” Welke voordelen? “Het origineel is compleet, het is virusvrij, er zit geen spyware op en in de winkel krijg je er een hoesje bij.”
Afschrikken
Toch doemt de vraag op of het niet effectiever is om een argeloze uploader eruit te pikken, deze helemaal kaal te plukken en dat vervolgens vol bombarie aan de pers te melden. Rutten wil dat deels beamen. “Het is waar dat het afschrikwekkende effect van rechtszaken een rol in de communicatie kan spelen. Dat wordt dus ook zo gebruikt. Punt is dat we in Nederland, tot vorige week, geen toegang hadden tot de uploadende individuen.” Wel maakt hij bezwaar tegen de uitdrukking ‘argeloze uploader’. “Die bestaat niet. Mensen weten doorgaans dondersgoed wat ze aan het doen zijn.”
De NVPI-woordvoerder geeft toe zelf ook weleens P2P voor privé-doeleinden gebruikt te hebben, althans een poging daartoe. “Ik heb acht jaar geleden eens geprobeerd met Napster wat muziek binnen te halen maar het lukte allemaal niet zo goed. Daarna heb ik het niet nog eens geprobeerd, maar dat kwam vooral omdat ik geen breedbandverbinding had. Die heb ik pas sinds ik bij de NVPI werk.” Ook kent hij P2P’ers in zijn kennissenkring, maar daar is de woordvoerder niet minder streng tegen. “Mensen die zich niet aan de wet houden kunnen dat van mij te horen krijgen, ja.”